Sustainability Reporting – van hot topic naar gamechanger?

Rapporteren over duurzaamheid is ‘hot’ (pun-intended). Een goede ontwikkeling denken wij! Toch is het ook belangrijk dat er kritisch wordt gekeken naar de opkomst van sustainability rapportages. Een overdaad aan goedbedoelde initiatieven zorgt namelijk voor een wirwar aan rapportage standaarden. Om duurzaamheidsprestaties van financiële instellingen te kunnen vergelijken en de klimaatimpact meetbaar te maken, zijn eenduidige standaarden vereist. Consultants Sebastiaan en Marieke leggen uit waarom eenduidige standaarden een must zijn en geven handvatten om samensmelting te versnellen.

Verslaggeving als verlosser

Kijkend naar de hoeveelheid initiatieven op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving (SFDR, EU Taxonomy, TCFD etc.) kom je al snel tot de conclusie dat veel partijen waarde hechten aan transparant rapporteren over duurzaamheid. Dit is logisch, want hoewel een rapportage an sich niet direct zorgt voor het behalen van de klimaatdoelstellingen, dienen deze wel als mogelijk vliegwiel. Dit komt door de rol van rapportages in het beschikbaar krijgen van voldoende (klimaat)financiering. Morgan Stanley schat in dat rond de €50 biljoen (dat zijn 12 nullen!) nodig is om de klimaatcrisis op te lossen. Ter vergelijking: Volgens The Economist wordt de huidige oorlogsschade in Oekraïne geraamd op €70 miljard. Dat is bijna duizend keer minder!

 

Deze gigantische investering moet ergens vandaan komen, waarbij een belangrijke rol voor bedrijven en – meer specifiek – financiële instellingen is weggelegd. De uitdaging zit hem in het juist alloceren van de beschikbare middelen. Volgens klassieke economische theorieën zou de allocatiebeslissing enkel moeten gaan over waarde-maximalisatie voor aandeelhouders, waarvoor primair transparante financiële informatie nodig zou zijn. Maar onderzoek laat zien dat de maatschappij verschuift naar een model waarin maximalisatie van geïntegreerde waarde voorop staat, hetgeen draait om een mix tussen financieel rendement en impact op het milieu en de maatschappij (Schoenmaker & Schramade, 2019). Echter, om te bepalen welke investering tot maximale geïntegreerde waarde leidt, is naast financiële informatie ook transparante informatie op het gebied van Environmental, Social & Governance (ESG) cruciaal. Zodra deze informatie op een uniforme manier beschikbaar is, zijn bedrijven beter in staat om verantwoorde investeringsbeslissingen te nemen. En dit leidt tot meer duurzame investeringen, resulterend in positieve klimaatimpact.

"Om te bepalen welke investering tot maximale geïntegreerde waarde leidt, is transparante informatie op het gebied van ESG cruciaal."

Begrijpen van de complexiteit

Mede dankzij de vergaande impact van duurzaamheidsverslaggeving, schieten initiatieven op dit gebied de afgelopen jaren als paddenstoelen uit de grond. De paradox is echter, dat de veelvuldigheid aan (veelal goedbedoelde) initiatieven ervoor zorgt dat het rapportagelandschap steeds minder overzichtelijk is. De situatie is te vergelijken met de wildgroei voor voedselkeurmerken. Sommige van deze keurmerken richten zich op duurzaamheid, andere enkel op dierenleed en weer andere op gezondheid. Daarnaast worden sommige keurmerken beheerd door geloofwaardige NGO’s, terwijl andere door de verkopende partijen zelf zijn bedacht. Voor de consument is de doelstelling, maar ook de geloofwaardigheid van het keurmerk lastig te bepalen. Dit werkt niet alleen misbruik in de hand, maar vermindert ook de algehele meerwaarde van de keurmerken.

Het is wenselijk om een situatie als bovenstaande binnen duurzaamheidsverslaggeving te voorkomen. Daarbij moeten we echter niet voorbijgaan aan de complexiteit om uniforme standaarden op te zetten. Hierbij kan een parallel getrokken worden naar de ontwikkeling van uniforme accounting standaarden.

Principle- vs. rule based accounting

Zowel financiële- als duurzaamheidsstandaarden hebben als doel om inzicht te geven in een complexe realiteit, waarbij sprake is van onzekerheid. Om toch iets over deze onzekerheid te kunnen zeggen, zijn inschattingen nodig, welke van persoon tot persoon verschillen. Moderne standaarden hebben als doel om consistentie aan te brengen met betrekking tot deze inschattingen, waarbij gelijktijdig de complexiteit van de huidige wereld gerespecteerd moet worden. Dit doen zij door enige vrijheid rondom inschattingen mogelijk te houden. Deze aanpak wordt ook wel principle based accounting genoemd, waarin denken vanuit principes leidend is in plaats van het simpelweg volgen van regels, zoals bij het meer traditionele rule based accounting het geval is.

Principle based accounting is bij uitstek geschikt voor duurzaamheidsverslaggeving, juist omdat onzekerheden en inschattingen hier veelvoorkomend zijn. Gelijktijdig kleven er ook nadelen aan, die mede verklaren hoe de alphabet soup is ontstaan. In de eerste plaats vergt principle based accounting veel afstemming rondom definities en scoping, waarbij het risico ontstaat dat het niet vinden van consensus leidt tot versplintering van diverse initiatieven. De expliciete behoefte aan afstemming, vergroot daarnaast ook de invloed van lobbyisten die zowel politieke als bedrijfsbelangen kunnen behartigen. Hun aanwezigheid maakt het speelveld nog complexer, waardoor er een vergroot risico is op het afzwakken van standaarden of anders het opsplitsen van initiatieven ontstaat.

Single materiality als startpunt

Om de uitdaging rondom duurzaamheidsverslaggeving het hoofd te bieden, is een aanpak vereist die komt vanuit een alom gerespecteerde instantie die daarnaast realistische doelstellingen nastreeft. Juist daarom is het goed nieuws dat het International Sustainability Standards Board (ISSB) is opgericht.

Het doel van het ISSB is om een haalbare basis te creëren voor kwalitatief goede duurzaamheidsrapportages. Het ISSB bouwt bovendien verder op eerdere initiatieven van zowel de Securities and Exchange Commission (SEC) en de Europese Unie (EU). Het ISSB is opgericht door de IFRS-foundation en richt zich in eerste instantie enkel op de single materiality (Eccles & Mirchandani, 2022). Single materiality gaat enkel over de impact van klimaatverandering op een instelling zelf, bijvoorbeeld het potentiële risico dat een Nederlandse hypotheekverstrekker loopt bij een fikse stijging van de zeespiegel. De impact van keuzes van een organisatie op klimaatverandering (bijvoorbeeld door te blijven investeren in kolenenergie) blijven bij single materiality buiten schot, hiervoor is double materiality vereist.

Men kan stellen dat rapportagestandaarden die zich enkel focussen op single materiality onvoldoende impact hebben om de verlossende rol van verslaggeving in praktijk waar te maken. Hier zit zeker een kern van waarheid in, maar gelijktijdig moet worden gesteld dat ergens een begin moet worden gemaakt om het rapportagelandschap te harmoniseren.

In die zin is de oprichting van het ISSB een stap in de goede richting. Vooral door te focussen op single materiality zijn de standaarden relatief eenvoudig te implementeren, waarbij het helpt dat de IFRS-foundation een gerespecteerde naam is binnen de verslaggeving-community. Daarnaast zijn de standaarden zo vormgegeven, dat ze dienstdoen als uniforme basis die – indien gewenst – aangevuld kan worden met strengere voorwaarden, bijvoorbeeld op het gebied van double materiality.

Accelereren van vervolgstappen

Er is meer nodig dan een stap in de goede richting om de klimaatproblematiek op te lossen. Wij vinden dat organisaties zodoende proactief aan de slag moeten gaan met sustainability verslaggeving en daarbij al het mogelijke moeten doen om een transformatie richting double materiality te accelereren. Enkel dan kan duurzaamheidsverslaggeving zijn rol als gamechanger binnen de klimaatproblematiek waar maken.

Er zijn diverse manieren waarop zij dit kunnen doen, bijvoorbeeld door actief bij te dragen aan het standaardsetting-proces en standaarden vroegtijdig te implementeren, voordat deze verplicht zijn. Deze proactieve aanpak zorgt in de eerste plaats voor nuttige inzichten in de werking van de  standaarden waardoor deze verder aangescherpt kunnen worden.

Daarnaast helpt ook vroegtijdige implementatie van instellingen. Juist omdat duurzaamheidsverslaggeving een relatief nieuw onderwerp is, is de hoeveelheid beschikbare data schaars en staan de systemen on deze data te ontsluiten nog in de kinderschoenen. Agressieve implementatie van standaarden zorgt ervoor dat (potentiële) tekortkomingen in de beschikbare data of ontsluitingsmechanismen tijdig gesignaleerd worden. Hierdoor is er meer tijd beschikbaar om te komen tot duurzame oplossingen en worden dure ad-hoc oplossingen voorkomen.

Lees ook onze eerdere blog over duurzaamheid in de financiële sector: Welk beleid zorgt voor het beste resultaat?

 

Bronnen

  • Eccles, R., & Mirchandani, B. (2022, Februari 2022). We Need Universal  Standards.
  • Schoenmaker, D., & Schramade, W. (2019). Sustainability and the transition challenge. In D.
  • Schoenmaker, & W. Schramade, Principles of Sustainable Finance (pp. 4-31). Oxford University Press.

Hulp nodig met implementeren?

Solid Professionals gaat graag het gesprek met jou aan om grip te krijgen op ESG-data.

Neem contact op